maandag 6 juli 2009

Over de Alpen uitweiden

29 juni 2009 |  Als je snel naar Frankrijk wilt rijden, moet je niet via België gaan. Daar hebben ze namelijk het patent op lullige redenen voor een verkeersopstopping. Ik noem hier hooibalen, hout en groenten op de weg. Op het benzinestation was het al niet veel beter. Evengoed zorgde dit ervoor, dat de doortocht tweemaal zolang duurde dan TomTom had voorspeld. Na Brussel ging het wel een stuk vlotter en in Frankrijk zelf was nauwelijks verkeer van betekenis op de péage.
 
Weer Online had zomerse waarden in de Alpen beloofd, wat echter tegenviel naarmate we onze bestemming bereikten. Het was wel warm, maar het onweerde ook flink. We arriveerden in Les Contamines-Montjoie rond 18.00 uur, een kleine elf uur na vertrek. Alvorens de chalet te betrekken reden we nog even langs de Intermarché voor de broodnodige boodschappen, met daarin een onevenredig aandeel voor wijn. Ik kamp al een week met een zeer vervelende hoest en dat werd allengs erger. De eerste avond beheerste dat ook een beetje de sfeer en ik was verder ook niet lekker. We zijn redelijk vroeg naar bed gegaan en ik ben ’s nachts een aantal keren wakker geworden, hoewel ik niet zoveel hoestte als gevreesd. Volgens Carla was ik ook heet, wat deze keer aan koorts te wijten was.

30 juni 2009 | Het had ook zijn goeie kanten, want ik had nu een excuus om niet de volgende ochtend met Aad naar de bakker in het dal te gaan en de helletocht weer de berg op mee te maken. Lia had Aad opdracht gegeven om voor mij ook codeïnepillen te kopen om de hoestprikkel te onderdrukken. Die werken perfect en zijn zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek, vermits je niet meer dan één doosje koopt. We ontbeten op het balkon met vers brood, gebakken eieren en ham, vergezeld van bloedsinaasappelsap. Dachten we. Het bleek een extreem zuur goedje dat bij nadere lezing van het etiket diende te worden verdund met zes delen water. Een beetje zoals azijnessence en net zo zuur! In het dorp was markt tot 12.30 uur. We kochten fruit, olijven, ik een korte broek, Lia een mandtas (of tasmand) twee horloges (lang verhaal) en Aad een ‘wandelshirt’. Je verzint het niet. Lia dacht ook een leuke zonnebril gescoord te hebben maar die bleek aan de verkoopster toe te behoren. Daarna chillen op het balkon, lekker in het zonnetje. Boekje erbij, het kan niet beter hoewel er flink gewerkt wordt in de buurt wat toch de nodige geluidsoverlast met zich meebrengt. De tuinman en zijn knecht waren bezig met maaien, bladblazen en diverse andere, door machines ondersteunde werkzaamheden. Achter ons wordt een perceeltje bouwrijp gemaakt, wat gepaard gaat met drilboren, een graafmachine en vrachtwagens die af en aan rijden. Verder worden er boomstammen vanaf de berg naar beneden gesleept en min of meer in onze achtertuin opgeslagen met behulp van een grijper. Toen betrok de lucht en dreigde er weer onweer, wat niet doorging, waarna we welgemoed aan de borrel begonnen voor we het eten gingen bereiden.

Na het eten gingen Carla en ik even de buurt verkennen. Het bouwperceeltje is helemaal uitgegraven en van die aarde is een wal aangelegd. Het leeggekomen gedeelte wordt opgevuld met (lei)puin zodat er een waterpas plateautje ontstaat. Wat er komt weten we niet, misschien een luxe vakantiewoning of appartementen-complex. Na tien meter klimmen hadden we het wel gezien. Dit moet je niet doen na een lange dag eten & drinken!


1 juli 2009 | Albertville. De weg naar Albertville is een natte automobilistendroom. Haarspeldbochten, steile hellingen. Er is een wegomleiding wegens werkzaamheden, dus we gaan via een déviation over de D109 i.p.v. de N212 . Aad en Lia hebben een discussie over het jaartal waarin de winterspelen hier waren. Dit wordt, zelfs tot haar eigen verbazing, door Lia gewonnen, (1992) waarna Aad mompelt dat het ook weer niet zo belangrijk was. Het stadje zelf stelt helaas niet zoveel voor. Eén winkelstraat, dat is alles. Het is bloedheet en, zoals gewoonlijk, zijn bijna alle winkels gesloten. We slagen er wel in een T-shirt voor mij en een bloesje en schoenen voor Carla te scoren. Voor de terugweg nemen we een meer landelijke route via de D925 en D218, met zo mogelijk nog meer bochten en hellingen. Ik vind het fantastisch. Nog even langs de Intermarché in Megève voor de boodschappen. Het regent maar het is niet koud, het vaste patroon laat in de middag. We krijgen bezoek van een poes uit de buurt, het is echt een schatje. ’s Avonds kijken we Munich.

2 juli 2009 | We gaan de berg op, naar le Lac d’Armancette. Ik zie er wel tegenop, het is lang geleden dat we echt een inspannende wandeling hebben gemaakt. De klim is ruim 400 meter (hoogteverschil) en we doen er anderhalf uur over. Ik ben helemaal kapot, Lia ook en deze wandeling wordt als facile aangemerkt! De beloning is een prachtig, maar heel klein meertje waarvan het water van de gelijknamige gletsjer komt. Het wemelt er van de donderkopjes, in eerste instantie dacht ik aan kikkers. Maar er zwemmen ook volwassen salamanders en grote donderkoppen met een flinke staart, dus ik hou het op salamanders.

We genieten even van de natuur en lopen weer naar beneden, wat toch een beetje tegenvalt. Ik krijg last van mijn rug en linkerbeen. Eenmaal beneden gaat het wel weer. We besluiten lekker op het balkon te gaan lezen/zonnen. De poes houdt ons ook weer gezelschap en kruipt bij mij op schoot. Ik doop haar Isabelle*. Het is prachtig weer, maar zoals gewoonlijk betrekt het laat in de middag en gaat het onweren. Terwijl de dames een film (Jacob the Liar) kijken, schrijf ik dit op een donker balkon. In de verte rommelt het nog wat. Aad schenkt mij pastis in, zonder water. Het wordt heel gezellig en mijmeren wat over mijn (onderbroken) carrière.

3 juli 2009 | Vandaag doen we het rustig aan en brengen een bezoekje aan Saint-Gervais-les-Bains, een dorpje in het dal. Vandaar vertrekt de tram naar de Mont Blanc. We checken e.e.a. uit voor een tochtje morgen. Daarna gaan we naar Sallanches om inkopen te doen bij Carrefour. We slaan weer de nodige hapjes en drankjes in. Bij de olijfolie ontdek ik Huile d’Olive Toledo, uit zone de production Montes de Toledo. Ik koop een paar flesjes om in Nederland uit te delen. Isabelle voelt zich al helemaal thuis en begint zelfs een beetje opdringerig te worden. We overwegen haar mee te nemen naar Nederland (grapje). ’s Avonds kijken we The Missing.

4 juli 2009 | Vandaag gaan we met de Tramway du Mont-Blanc de Mont Blanc op. We zijn ruim op tijd dus we verkennen de buurt van het stationnetje. Het is 's morgens in de vroegte maar er staan al wat mannen in de stationsrestauratie drank achterover te slaan. Dit jaar bestaat de lijn honderd jaar en dat wordt volgende week gevierd, dus dat lopen we mis. Vanaf hier tot aan het eindpunt kost een retourtje 25 euro p.p. We verwachtten geen TGV, maar dit trammetje heeft toch zijn beste tijd wel gehad. Houten bankjes die, zoals verwacht, keihard zitten. Zuchtend en steunend komt het gevaarte in beweging maar gaat onverwacht soepel de berg op. Er is een aantal stops onderweg en de reizigers zijn voornamelijk door de wol geverfde alpinisten. Het eindpunt is Le Nid de l’Aigle met zicht op de Glacier de Bionnassay en het daaruit voortspruitende riviertje. Je kunt daar rondlopen of één van de paden naar boven of naar beneden nemen. De meeste alpinisten gaan omhoog. Wij wagen ons op een pad naar beneden. Er loopt en kudde gemzen en het gaat onweren. Gelukkig hebben we paraplu’s bij ons. Aad en Lia keren op hun schreden terug maar wij dalen verder af.

Er is hier geen pad en de regen maakt het glad. Gelukkig vinden we weer een pad naar boven, die iets steiler en gevaarlijker is dan Carla, met haar hoogtevrees, aan kan. Ik hou het hoofd koel om Carla niet ongerust te maken, maar ze sterft van angst. Gelukkig loopt het goed af. Aad is zelfs nog teruggegaan om ons te zoeken, maar wij zijn zelf nog eerder terug dan Lia en het duurt even voordat ook Aad zich weer bij ons voegt. Hij heeft geen gevaar onderweg gezien. Mannen! We moeten ruim een uur wachten voordat we weer naar beneden gaan en allengs verzamelt zich weer een bont gezelschap terugkerende alpinisten. Het weer slaat om en het gaat flink onweren en regenen. De menigte gaat zonder toestemming van de conducteur de tram in, wij voorop, waarna we in het Frans nog een uitbrander krijgen.

De tocht naar beneden duurt gek genoeg net zo lang als naar boven. Het is daar gelukkig mooi weer en we rijden voldaan richting chalet, na eerst nog wat stokbroden voor de terugreis gescoord te hebben bij het bakkertje in het dorp. De dames maken het huis nog even aan kant en we lezen nog even op het balkon, de poes bij mij op schoot. Dan vroeg naar bed, we willen om 07.00 uur vertrekken.

5 juli 2009 | Dat lukt wonderwel, we rijden een kwartiertje later weg. Het is stil op de weg en we kunnen goed opschieten. Net als op de heenreis rijden Aad en ik omstebeurt. Naarmate we vorderen daalt de temperatuur, met als dieptepunt het stuk tussen Brussel en Antwerpen. Er valt een enorme stortbui en de weg staat blank met schuimkoppen. Ik weet dat dit een mengsel is van olie, rubber en andere troep en als zodanig spekglad  Ik houdde snelheid op 90 km/u. In de buurt van Antwerpen stopt de regen en ook de temperatuur gaat weer omhoog. In Rotterdam is het weer gewoon zomerweer. We zetten Aad en Lia af bij hun huis en tegen zessen zijn we weer thuis.



* Wrample uit Isabelle, je t'aime van Les Poppys (1972).
** Wrample uit Op een klein stationnetje (trad.).